Veelgestelde vragen over vastgoed
financieren in België

Vanuit Privé 
Wanneer u vanuit privé investeert in Belgisch vastgoed, vallen uw investeringen in zakelijke hypotheken of fondsen van Mogelijk onder Box 3. Dit betekent dat u belasting betaalt over uw vermogen, op basis van een fictief rendement. Het kabinet streeft ernaar om vanaf 2027 belasting te heffen op basis van het werkelijke rendement. Voor meer informatie kunt u het beste een belastingadviseur raadplegen. 

Vanuit Zakelijke entiteit 
Wanneer u vanuit een zakelijke entiteit investeert in Belgisch vastgoed zijn de rendementen die worden behaald met zowel rechtstreekse investeringen in de zakelijke hypotheek van een ondernemer en beleggingen in het Mogelijk Zakelijke Hypotheken Fonds in beginsel belast met vennootschapsbelasting. Vennootschapsbelasting is belasting verschuldigd over de belastbare winst. Uw vennootschap betaalt vennootschapsbelasting over de belastbare winst in een boekjaar. Eventuele verliezen kunnen in beginsel worden verrekend met de belastbare winst. Voor specifieke details, raden wij u aan uw belastingadviseur te raadplegen. 

Als u rente-inkomsten uit België ontvangt, kan er bronbelasting worden ingehouden door de Belgische autoriteiten. Dankzij belastingverdragen tussen Nederland en België kan deze belasting vaak worden verminderd of zelfs vrijgesteld. Mogelijk begeleidt de investeerder in dit proces, met het uitgangspunt dat netto hetzelfde bedrag wordt overgehouden.

Roerende voorheffing is verschuldigd wanneer een roerend inkomen, zoals rente uit een leningsovereenkomst, wordt betaald door een Belgische geldnemer (een fiscaal inwoner van België). De Belgische geldnemer, als schuldenaar van de rente, is verplicht om deze voorheffing in te houden en af te dragen aan de Belgische belastingadministratie. 

Het standaardtarief van de roerende voorheffing in België bedraagt momenteel 30%. In bepaalde gevallen en onder specifieke voorwaarden kan een vrijstelling of vermindering van dit tarief van toepassing zijn. Het is aan te raden om bij een belastingadviseur te informeren of u in aanmerking komt voor een dergelijke vrijstelling of verlaging.

Een bruteringsverplichting voor de geldnemer veronderstelt dat de geldgever de opgegeven rente netto wenst te ontvangen. Indien er roerende voorheffing moet ingehouden worden, dient de geldnemer de rente te verhogen, zodat de geldgever hetzelfde rentebedrag ontvangt alsof geen roerende voorheffing verschuldigd zou zijn geweest.
De leningsovereenkomst kan bepalen dat de bruteringsverplichting in bepaalde gevallen niet van toepassing is (o.a. indien een vrijstelling of vermindering ten onrechte niet wordt toegepast of indien bepaalde formaliteiten om een vrijstelling of vermindering te claimen niet worden voldaan).

• Zekerheid: De geldgever weet zeker dat hij het volledige bedrag krijgt. 

• Belasting: De belasting wordt al van tevoren meegerekend in het rentebedrag. 

• Als er geen belasting betaald hoeft te worden over de rente. 

• Als de geldgever al een belastingvrijstelling heeft. 

1. Inhouding: De geldnemer moet de verschuldigde roerende voorheffing inhouden op het brutobedrag van de rente voordat deze aan de geldgever wordt betaald. 

2. Betaling: Het ingehouden bedrag moet binnen 15 dagen na de toekenning of betaalbaarstelling van de rente worden doorgestort aan de Belgische belastingadministratie. 

3. Aangifte: Binnen dezelfde termijn van 15 dagen moet de Belgische geldnemer ook een aangifte roerende voorheffing indienen (formulier 273) bij de Belgische belastingadministratie. Deze aangifte kan zowel elektronisch als op papier worden ingediend. Het formulier vindt u op de website van de Belgische belastingadministratie, klik hier.