Er is steeds minder ruimte en steeds meer vraag naar woningen. Het valt niet mee als bestuurder van een grote stad om verantwoordelijk te zijn voor wonen en ruimtelijke ordening. De vraag van deze week: hoe pakken de grote steden de problemen op de huizenmarkt aan? Maarten Bouwhuis en co-host Maarten de Gruyter spreken hierover met Klaas Verschuure, wethouder in Utrecht die onder meer Ruimtelijke Ordening in zijn portefeuille heeft.
In geen enkele stad kwamen er in de afgelopen jaren zo veel huizen bij als in Utrecht: gemiddeld zo’n 3.000 per jaar. Dit gebeurt voor het grootste gedeelte binnenstedelijk. Hoe pakt de gemeente dat aan? Klaas vertelt: “We hebben binnen de gemeentegrenzen nog een aantal oude bedrijfsterreinen die we kunnen transformeren. Ook zijn er gebieden zoals het Sciencepark en de A12-zone waar we verder kunnen verstedelijken. In de toekomst zou ook de polder Rijnenburg in aanmerking kunnen komen.”
Luister de podcast
Woningbouw in Utrecht
Utrecht is een gewilde stad om in te wonen, met als gevolg dat de druk op de woningmarkt gigantisch is. De woningnood in Utrecht is nooit zo groot geweest. “Er is op dit moment een tekort in alle segmenten. Ons streefcijfer is om 35% sociaal, 25% middensegment en 40% vrije sectorwoningen te realiseren. Met deze visie willen we tot 2040 zo’n 60.000 woningen gaan bouwen. Daarvoor is naast de bouwkosten ook een enorme investering in infrastructuur en ov-ontsluiting nodig.”
Om deze woningbouw in Utrecht te realiseren, is een samenwerkingsovereenkomst gesloten met verschillende ontwikkelende partijen, maar ook met corporaties, de NS en ProRail. “Alleen op deze manier is het mogelijk om het hoofd te bieden aan alle eisen die gesteld worden: het moet klimaatadaptief en circulair. De grondprijzen stijgen en businesscases moeten blijven passen. Dan moet je met elkaar afspraken maken waar iedereen zich aan houdt. Daarnaast is het noodzakelijk dat het Rijk zijn verantwoordelijkheid neemt en grote investeringen in de woningmarkt in Utrecht doet.”
Gedeeld belang
De opgave is niet eenvoudig. Een kwart van de woningen moet sociale huur zijn. Tegelijkertijd wil de projectontwikkelaar een sluitende businesscase en de bouwkosten zijn het afgelopen jaar enorm gestegen. Komt de gemeente daar nog wel uit? Klaas licht toe: “Het is een gedeeld belang. Hoe sneller er wordt ontwikkeld, hoe minder de kosten oplopen. Wij proberen er snelheid in te krijgen door bijvoorbeeld in de raad op tijd de plannen vastgesteld te krijgen. Soms ondervind je wat tegenslag, maar vaak gaat het ook goed: inmiddels is het bijvoorbeeld gelukt om de eerste palen in de wijk Carthesius te slaan.”